De alternatieve oostelijke route over de Duitse Eems |
Het kan zijn dat u de zelfbedieningen echt niet ziet zitten. Of uw doorvaarthoogte is meer dan 2.50 meter cq diepgang meer dan 1.10 meter. Een alternatief voor het varen van het Ruiten Aa-kanaal is de route door Duitsland. Maar ook deze route is zeer bijzonder en meer dan de moeite waard. Eigenlijk zou U ze alle twee eens moeten varen. Dit verhaal sluit aan bij de Oost-Groningen route ter hoogte van Ter Apel. We zaten op het ter Apelkanaal en vaarden richting Duitsland. We gaan rechtdoor naar het 7de Verlaat wat ons brengt richting de grens met buurland Duitsland. Net voor wat het 8ste Verlaat lijkt te zijn, gaan we bakboord uit onder een brug door. Hier komen we te liggen voor een brug en een sluis bij de grens. Ook al zijn we tegenwoordig een Europa, Duitsland blijft een ander EU-land. En voor het varen in een ander land binnen de Europese Unie, zullen we aan moeten kunnen tonen dat de B.T.W. voor het schip is betaald. Dit kan bijvoorbeeld door de rekening of aankoopbewijs mee te nemen. Uiteraard dient U de paspoorten mee te nemen en is het handig om de verzekeringsgegevens bij de hand te hebben. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik op beide reizen die ik hier had, geen enkel document bij mij had. Bij controle of een onverhoopte aanvaring is dat natuurlijk niet handig. In de Wateralmanak deel 2 staan de tijden die deze vaart geopend is. Ook voor het varen in omgekeerde richting geeft de Wateralmanak voldoende informatie. Het ongeveer 12 kilometer lange Haren Rütenbrock-kanaal brengt ons via een paar kleine dorpjes naar Haren. De waterweg is een kanaal. Niet zo recht als bijvoorbeeld het Stadskanaal, maar toch een kanaal. De oevers en de uitzichten over het glooiende met landbouw bebouwde terrein zijn echter net als in het Nederlandse gedeelte prachtig om te zien. Om de paar kilometer ligt er een sluis. Deze elektrische sluizen zijn voor mij als geïnteresseerde wel bijzonder. Ik zie namelijk een duidelijke afwijking ten opzichte van de Nederlandse sluizen. Het overtollige water loopt hier gewoon over de sluis heen, terwijl wij gewend zijn dat dit water via een kleine omweg langs de sluis heen geloosd wordt. In Haren aangekomen zien we aan bakboord een groot schip liggen. Het is onderdeel van het scheepvaartmuseum van deze gemeente. Even verder stroomafwaarts bevindt zich de laatste van in het totaal 4 sluizen in het Haren Rütenbrock-kanaal. Hierna komen we op de rivier de Eems. We kunnen hier kiezen of we afbuigen naar stuurboord of naar bakboord. Naar stuurboord ( stroomopwaarts ) brengt ons een lange vaart voorbij Münster en Dortmund naar de Rijn, die we dan rustig af kunnen zakken, retour richting Nederland. We gaan echter bakboord uit waar we aan de bakboordoever de jachthaven van Haren vinden. Van hieruit kunnen we op ons gemak de plaats gaan ontdekken.
|
||
|
Als ik ergens onbekend ben, houd ik mij keurig aan de aangegeven routes. Zeker op stromend water lijkt me dit een goede gewoonte. De vaargeul wordt aangegeven met stokken of met boeien. Ik ga daar dus niet buiten varen. Er is hier en daar wel de mogelijkheid om buiten de vaargeul te kunnen varen. Net als op onze rivieren zijn er hier ook muien waar je zelfs enige tijdwinst uit zou kunnen halen door kribbetje te varen. Maar ik weet niet hoe diep de muien zijn. Dat staat niet op de kaart aangegeven. Alleen daarom zou ik het niemand willen aanraden. Wat verder bij stroming van belang is, is dat het vrachtvervoer, lees beroepsvervoer, geregeld gebruik willen maken van de plekken waar de beste plek voor hun is om te varen. Tegen de stroom in, zullen zij graag gebruik maken van de binnenbochten. Dat is omdat daar de minste stroming staat. Om zo min mogelijk tegenstroom te hebben, kunnen zij een blauw bord tonen, wat aangeeft dat het betreffende schip de binnenbocht wil varen. Aangezien beroepsvaart voor pleziervaart gaat, kunnen zij een blauw bord tonen, wat aangeeft dat zij graag stuurboord - stuurboord zouden willen passeren. Dit is een officieel in het Binnenvaart Politiereglement ( B.P.R ) genoemde uitzondering op de regel dat men stuurboord wal moet houden. Deze uitzondering geldt eigenlijk niet voor kleine schepen. Grote schepen zijn ook niet verplicht om " ons " het sein te geven. En kleine schepen hoeven ook niet te voldoen aan het verzoek. Aan de andere kant zijn wij als klein schip weer verplicht vrije doorgang te geven aan andere schepen. In de praktijk wordt het sein ook door veel beroepsschippers toch ( ter verduidelijking van hun manoeuvre ) aan kleine schepen geven.
Het is goed te weten dat er van u verwacht wordt dat u uw koers wijzigt. Net zo is het handig te weten wanneer u dat zou kunnen verwachten, zodat u op de juiste momenten naar dat bord kijkt. Kijk wel even goed achterom voordat u de koers wijzigt! U kunt ook eventueel een bevestiging geven op het marifoonkanaal 10. Kanaal 10 is het kanaal waar de beroepsvaart op uitluistert voor de onderlinge communicatie. Door deze handelingen toont u kennis en inzicht van zaken.
We naderen het plaatsje Lathen. De plaats zelf heeft geen haven. Wel is er de mogelijkheid om aan te meren ongeveer 2 kilometer stroomopwaarts vanaf Lathen aan de oostzijde van de rivier. Ik ken de watersportvereniging en de mogelijkheden ter plaatse niet. Voor een geplande stop kan ik dus niets adviseren. Vaar beter door naar de volgende jachthaven in Weener. Dat is zeker een goede keuze.
Vanaf Lathen tot de volgende sluis varen we over het Dortmund - Ems kanaal. Net als bij ons in Nederland zijn de scherpe bochten veel uit het water gesneden door kanalen te graven. De orginele route is helaas niet meer bevaarbaar, omdat die is afgedamd. Voor de beroepsschippers een verademing. Voor ons .........
In principe zijn er overal twee sluizen naast elkaar. In mijn ervaringen werd er uitsluitend gebruik gemaakt van de westelijk gelegen sluizen. Het zijn allemaal schuifsluizen die met een grote schuif in een beweging het gat dichten. Bij Herbrum is echter een andere sluis. Het is een hefsluis. Het is de scheiding tussen zout en zoet water. Vermoedelijk ligt hier de reden waarom er voor zo'n sluis is gekozen. Ik blijf het vervelend vinden om zo'n sluis in of uit te varen. Je hele boot zit van voor tot achter onder de blub na een ritje onder die lekkende schuif. Maak het gerust maar even schoon, want het is echt vieze troep die er belabberd af gaat. Mijn advies luidt : Zorg dat er zo min mogelijk naar beneden komt vanaf die schuif. Hard de sluis invaren. Vervolgens direct hard remmen, want daar moet je gelijk vastmaken. Bij het uitvaren voor de schuif het gashandel niet ontzien. Het is misschien alleen op deze plaats waar ik zoiets zou adviseren. Misschien ook niet helemaal netjes, maar het hele jaar houd ik mijn boot netjes en kijk ik al lelijk bij een overvliegende postduif. En nou zul je in dat moment van in- en uitvaren even je hele schone schip in in een baggerboot zien veranderen. En stinken. Bah.
Voor Herbrum is er trouwens aan stuurboordzijde een vaarwater wat leidt naar een prachtig meertje. Bij dit meertje is een " jachthaven " in aanbouw van een particulier. Er mag daar worden aangelegd, ook al staat er zeer opvallend aangegeven dat het particulier eigendom is. Het is handig om gebruik te maken van deze mogelijkheid, om eventueel de volgende dag op het juiste tijdstip op de stroom verder te gaan.
Genietend van onze hobby kunnen we zo makkelijk op een dag van Haren naar Weener , Papenburg of eventueel zelfs naar Leer varen. Van Haren naar Weener is ongeveer 65 kilometer ofwel ongeveer 7 uur varen. De sluistijd is hier dan bij inbegrepen. Het zou echt zonde zijn om plaatsen als Weener of Leer links te laten liggen. Dit zijn de plaatsjes waarvoor je in Nederland een complete route verlegt. Hier moet je gewoon even aanleggen en lopen in de stad. Weener heeft een bijzonder mooie jachthaven. Daar is zelfs een watersportzaak bij waar U alle benodigdheden voor de boot kunt aanschaffen. Het is een plaatsje wat de typisch Duitse gezelligheid uitstraalt. Als Nederlandse watersporter is een bezoek aan Leer verrassend. Wie had ooit gedacht dat je hier zelfs de Nederlandse geveltjes zou terugvinden. Kortom, het is zeker niet alleen de rivier de Eems die de moeite waard is. De rivier brengt ons naar de geweldige plaatsjes toe.
|
Het varen op een rivier met getijdenwater |
Vooruitlopend op het onderwerp " Varen op zout water " bespreek ik ( voor de minder ervaren watersporters ) het varen op een " zoute rivier ".
De ( beruchte ) sluis bij Herbrum is voor ons de scheiding tussen het zoete en het zoute water. De overnachting hadden we vlak bij de sluis op een klein watertje wat leidt naar een prachtige plas met helder water. Aan dit water zijn een aantal aanlegplaatsen bij een hotel. Omdat we nu dichtbij de sluis liggen, kunnen we de volgende dag netjes op tijd ( voor hoog water ) voor de sluis zijn. Daar aangekomen blijkt dat we niet de enige zijn met dit goede voornemen. Het is ons al meer gebeurd. Voor de sluis ligt een viertal beroepsschepen en ongeveer 8 kleinere schepen. Ook vanaf de andere zijde komen er een paar. Dat is twee sluisgangen wachten, maar wij hebben vakantie en dat heerlijke gevoel van vrijheid is sterker dan het grootste oponthoud. Als we een uur later dan gepland bij hoog water de sluis uitvaren valt ons aanvankelijk niet veel op. We varen in een bosrijke omgeving en alles lijkt op het voorgaande. Na een paar honderd meter echter, valt ons de bijzondere kleur van het water op. Die is niet meer helder blauw zoals het was, maar meer bruin totdat het even later bruin als zand is. Lang heb ik mij afgevraagd wat de reden was. Uiteindelijk bleek bij navraag het getijde toch de oorzaak. Het is zand / slib wat vermengd is met het water door de stroming. De eb en vloed hebben hier een flinke uitwerking. Wat het hoogteverschil precies is, weet ik niet. Het zal hier ongeveer 3 meter zijn. En al dat water komt over die smalle rivier aanstromen en terugstromen. 6 uur op. Even pauze en 6 uur neer. Dat geeft een behoorlijke stroming. Bij berekening kom ik aan ongeveer 6 km/uur stroming. Dat is dan uiteraard een gemiddelde. Die berekening kon ik maken toen ik mijn snelheid ging vergelijken met de daadwerkelijke snelheid. In vaktermen praten we dan over de bodemsnelheid. Ik vaarde op mijn meter op ongeveer 2700 toeren. Uit eerdere preciese metingen weet dat ik dan zo'n 12 km/uur vaar. Na een paar uur op de volle stroom te hebben gevaren bleek dat ik met een snelheid van ongeveer 18 km/uur was opgeschoten. Kortom, het stromende water had ons gemiddeld 6 km/uur geholpen. Het is een gemiddelde. Het mag duidelijk zijn dat er midden op de stroom, ongeveer 3 uur na het hoge of lage tij de meeste stroming staat. Als we nergens op lettend zomaar door de sluis waren gegaan om even door te varen naar de eindbestemming, had dat wel eens tegen kunnen vallen. In het geval dat we naar Leer hadden willen varen, was dat 30 km. Normaliter zouden we met ongeveer 2,5 uur die reis hebben gemaakt. ( 30 km : 12 km/uur = 2,5 ) De extra stroming kost ons 6 km/uur aan snelheid, wat het maakt dat we nu onverwachts 5 uur varen over hetzelfde stuk rivier. Dit is op zich is natuurlijk weinig nieuws. Ook op onze eigen rivieren hebben we te maken met stroming. Wat wel verschilt is het feit dat de stroming iedere keer wisselt van richting en sterkte. We zullen dat eens vergelijken met de stroom op onze eigen rivieren. Weinig mensen varen buiten het seizoen van
mei tot oktober. Ik zelf vaar bijvoorbeeld ook nooit een tocht in die tijd. Ik
ga hooguit een keer vanuit de boot vissen, maar kom dan zeker niet op stromend
water. Binnen het vaarseizoen krijgen we bijna geen smeltwater uit de bergen en
is er minder regen te verwachten. Minder stroming dus. Zo zal de stroming in de
zomermaanden op de Gelderse IJssel bij kampen ongeveer 2 km/uur zijn. Buiten de
zomermaanden is dit aanmerkelijk meer. Aan de andere kant van de Eems ligt ter hoogte van Emden het plaatsje Bingum. Ook daar is een jachthaventje. Er is echter geen sluis zodat we moeten afmeren op de stroom. Een klusje wat goede samenwerking vereist tussen degene die vastmaakt en de " schipper ". Net als op een stromende rivier meren we af tegen de stroom in. Eerst maken we boven de stroom ( voorzijde ) de lijnen vast. Daarna benedenstrooms ( achterzijde ). De steiger drijft op tonnen, zodat we de boot zonder ongelukken en schade kunnen vastleggen.
|
Verder de Eems af |
Even genoeg over theoretische zaken. We starten de motor en gaan lekker een stukje varen over de Eems. Ik had al geschreven dat de natuur geleidelijk vanaf het zoute water bij Herbrum steeds minder groen werd. Het gaat over in een steeds kaler landschap, tot we uiteindelijk bij de zandplaten aan zee zijn. Maar, zover zijn we nog niet. We varen bij Leer, waar de Eems al stukken breder begint te worden. We worden ingelopen door een ongeladen coaster. Hij vaart rustig, maar toch begint ons bootje al lekker te deinen nadat het schip is voorbijgegaan. Machtig imposant om als kleintje naast zo'n enorme reus te varen. Ons bootje is net zo groot als een reddingssloep. Als we na een minuut of 10 het deinen wat kwijt raken, zien we in de verte al de eerste contouren van bebouwing. Ruim een uur later blijkt dat al de stad Emden te zijn. Door de enorme vlakte en een beetje helder weer is dat ver tevoren al te zien. In Emden kunnen we afmeren in de buitenhaven of in de binnenhaven. Wij willen uiteraard deze grote stad ook eens zien en kiezen voor de binnenhaven. Na te hebben gesluisd, kunnen we vlakbij het centrum gaan liggen.
|
Varen op de grote Eems |
Als we twee dagen later met nog altijd mooi weer de haven van Emden uit varen, gaan we op weg naar Nederland. Ons doel deze dag is Termunterzijl. Het is eigenlijk maar een goed uurtje varen, maar dit zijn wel de kilometers die vele watersporters met een motorboot mijden. Het is het grote water in combinatie met het getijde, misschien ook het onbekende, wat de mensen weg houdt van dit prachtig stukje natuur. Heel begrijpelijk. Wij zijn immers geen zeilers, die het grote water als iets geheel vanzelfsprekends ervaren. Ook zij onze schepen wat minder geschikt voor het varen op wat ruiger water. En toch is het bevaren van zo'n plas een ervaring waar ik persoonlijk altijd weer even op kan teren. De zee trekt, hoor je vaak. Dat geldt voor mij in ieder geval wel. Als ik bij de zee ben, ga ik heerlijk even aan het strand lopen. Kijken naar de ondergaande zon. Vissen met een hengel vanaf het strand. Fietsen in de duinen. Maar helaas heeft mijn vrouw dit veel minder. En om mensen zonder affiniteit met groot water mee te krijgen op groot zout water, is een verhaal apart. Zeker niet doen boven windkracht 4. U kweekt dan angst en het kost veel tijd om dat te overwinnen. Ik spreek uit ervaring.
|
Een leerzame anekdote |
Over het algemeen wordt er keurig gevaren op de Eems. De grotere schepen geven ons geen overlast van betekenis. De schippers op deze schuiten varen met goed zeemansschap waar wij nog veel van kunnen leren. Ik heb de indruk dat er ook veel rekening wordt gehouden met de kleine schepen. Mocht u een keer in de situatie komen dat een schipper zich niet aan de snelheidsregels houdt en u ziet vanuit de verte al een tegemoedkomend snel varend groot schip met daarachter en schuin naast een bult water op u af komen. Andere schepen die de bult water kruisen ziet u confuus heftig " ja " schudden met boeg en spiegel. Denk dan even aan dit verhaal. Ik voer op de Eems ter hoogte van Emden op een prachtige dag. Er was geen vuiltje aan de lucht en het waaide bijna niet. Ik zag een groot schip naderen wat in tegenovergestelde richting vaarde. Het ging voor zo'n groot schip niet snel. Ik zag dat er een loodsbootje opzij van dat grote schip kwam en dat de loods werd afgezet. Hierbij nam dat kleine bootje de snelheid aan van die grote schuit. Echter die snelheid was voor dat loodsbootje wel een grote snelheid, namelijk net niet in planeersnelheid. Met dezelfde snelheid vaarde het loodsbootje verder en passeerde ons op ongeveer 200 meter afstand. Ik zag die enorme golf van dat ding aan komen en kon daar niet aan omheen. Naast mij aan dek zat tevens op de stoel aan stuurboord mijn gast annex adviseur voor moeilijke gevallen. In deze was dat mijn schoonvader van 70 jaar oud. Achter mijn schoonvader stond mijn professionele videocamera. Deze combinatie stond mij ineens minder aan en ik zette de camera weg. Gevoelsmatig ging ik al recht tegen die golf in. Ik had een groot dilemma met welke snelheid ik aan zou houden. In de verte zag ik andere zeilschepen en motorboten in de wand van water terechtkomen. Ik zag dat ze allemaal een behoorlijke zwieper maakten. Ook benedendeks hadden ze de boven formaat golf ontdekt. Ze zouden zich vastzetten. Ik riep nog: " Denk om de televisie ". Ik nam de verkeerde keus en gaf vol gas. Mij theorie was namelijk dat de boot dan zo veel vaart zou krijgen, dat de beweging van de boot de minste zou zijn. Mijn adviseur had geen overtuigend advies, dus zo werd het gedaan. Ik weet niet wie er meer zenuwachtig was op dat moment. Helaas pakte het anders uit dan ik mij had voorgesteld. De voorsteven prijkte hoog uit het water en ging heel ver door. De hellingshoek durf ik niet eens te schatten. Zelfverzekerd op mijn stoel gezeten begon het stuur ineens hevig aan mijn handen te trekken. Geen idee waar dat ding heen wilde. Ik had echt het idee dat het stuur zou breken, zo trok het. Naast mij zat mijn schoonvader. De beste man had geen stuur...... Achteraf was ik blij dat het stuur zo aan mij had getrokken, want mijn schoonvader was pardoes achterover gaan liggen. Even dacht ik nog dat hij met het bijbootje in de davids wilde wegvaren, maar dat gebeurde net niet. Wel lag hij in onbesproken pose op de plek waar zo-even nog mijn camera had gestaan!
kopierechten tekst en foto's: René Wessels Video Produkties 1999-2012
naschrift: mijn schoonvader is in 2000 en mijn schoonmoeder in 2001 overleden.
|